Signalen aan de wetgever

Strafkamer

Eigen waarneming van de rechter
Deze uitspraak is een mooi voorbeeld van de interactie tussen rechter en wetgever. In deze zaak stond de vraag centraal of een eigen waarneming van de rechter van een beeld- of geluidsopname voor het bewijs mag worden gebruikt wanneer die waarneming door de rechter is gedaan.

In artikel 340 Wetboek van Strafvordering (Sv) staat dat ‘onder eigen waarneming van den rechter wordt verstaan die welke bij het onderzoek op de terechtzitting door hem persoonlijk is geschied’. Deze bepaling stamt uit 1926. Tegenwoordig rijst vaak de vraag hoe de rechter moet omgaan met (digitaal) beeldmateriaal. Moet dit altijd op de zitting worden bekeken, ook als het beeldmateriaal al in het dossier zit? In het wetgevingstraject voor de modernisering van het wetboek van Strafvordering krijgt het gebruik van (digitale) beeld- en geluidsregistratie een zelfstandige regeling. In afwachting van deze nieuwe wetgeving en met het oog op de vraag die in deze zaak voorlag heeft de Hoge Raad in dit arrest verduidelijkt wat er al wel en niet mogelijk is binnen het huidige wetboek. Daarmee zijn ook de aandachtspunten benoemd die van belang kunnen zijn bij het (verder) ontwerpen van een wettelijke regeling. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de strekking van artikel 340 Sv meebrengt dat het nu al onder omstandigheden mogelijk is dat voor het bewijs gebruik wordt gemaakt van een beeld- en/of geluidsopname. Dat geldt ook als het gaat om een buiten het verband van de zitting gedane eigen waarneming van de rechter. Daarbij geldt wel dat (i) die opname tijdens het onderzoek op de zitting door de rechter aan de orde moet worden gesteld, (ii) de verdachte/zijn advocaat en het Openbaar Ministerie (OM) van die opname kennis hebben kunnen nemen, bijvoorbeeld doordat deze al in het dossier zit en (iii) op de zitting door de verdachte, zijn advocaat en het OM geen bezwaar is gemaakt tegen het feit dat die opname op de zitting niet is vertoond of ten gehore is gebracht. De rechter moet mondeling mededeling doen van de korte inhoud van de tot de processtukken behorende maar niet op de zitting vertoonde of beluisterde opname van beeld en/of geluid.

HR 24 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1414