Vierde Kamerzaken

Naast de civiele, straf- en belastingkamer kent de Hoge Raad nog een vierde kamer. In deze kamer worden de volgende zaken behandeld:

  • klachten over de wijze waarop een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast zich heeft gedragen (artikel 13a van de Wet op de rechterlijke organisatie);
  • schorsing en ontslag van rechterlijke ambtenaren die voor het leven zijn benoemd (artikel 46f en 46i van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren);
  • wraking van een lid van de Hoge Raad (artikel 36 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering, artikel 512 van het Wetboek van strafvordering en artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht).

De behandeling van klachten (ombudsfunctie) over en schorsing en ontslag van rechters behoren tot de bijzondere taken van de Hoge Raad. De procureur-generaal bij de Hoge Raad vervult hierbij een specifieke rol. Alleen hij heeft de wettelijke bevoegdheid om hiervoor een vordering bij de Hoge Raad in te stellen. De vierde kamer is samengesteld uit leden van de civiele, de straf- en de belastingkamer en bestaat uit een poule van negen leden.

In het hoofdstuk ‘Klachten’ wordt onder extern klachtrecht gemeld dat de procureur-generaal geen vorderingen heeft ingediend bij de Hoge Raad. De vierde kamer van de Hoge Raad heeft dan ook geen klachtzaken in 2019 behandeld.

In het hoofdstuk over het ‘Parket’ is gemeld dat de procureur-generaal in één zaak een schorsing van een rechter heeft gevorderd. Op deze vordering had de Hoge Raad op 31 december 2019 nog geen beslissing genomen.

In tegenstelling tot voorgaande jaren is een groter aantal van 7 wrakingsverzoeken ingediend (2018: 3; 2017: 1). Drie verzoeken zijn niet-ontvankelijk verklaard of niet in behandeling genomen. De overige 4 verzoeken zijn afgewezen. Opvallend is dat de 7 wrakingsverzoeken alle betrekking hebben op leden van de belastingkamer. Hier is mogelijk een verband te leggen dat bij het instellen van cassatieberoep in fiscale zaken geen procesvertegenwoordiging door een advocaat is vereist.

ARRESTEN
HR 11 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:11

HR 1 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:145

HR 24 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:727

HR 25 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1617

HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1711

HR 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:2039

HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2038