Parket

Schorsing en ontslag van rechters

Rechters kunnen worden geschorst en ontslagen door de Hoge Raad. De wettelijke procedure houdt in dat de Hoge Raad een beslissing tot schorsing of ontslag neemt op vordering van de procureur-generaal.

De wet bepaalt in welke gevallen een rechter kan worden ontslagen, bijvoorbeeld als door zijn gedrag het vertrouwen in de rechtspraak ernstig wordt geschaad of uit zijn gedrag blijkt dat hij ongeschikt is voor het rechterlijk ambt. Indien er serieuze aanwijzingen zijn dat zo’n geval zich voordoet maar eerst verder onderzoek moet worden gedaan, kan de Hoge Raad de rechter schorsen. Dit is geen disciplinaire maatregel maar een ordemaatregel waardoor de rechter tijdelijk van zijn werkzaamheden is ontheven.

In de verslagperiode heeft de procureur-generaal in 1 zaak een dergelijke schorsing gevorderd. Het ging om een rechter die onder invloed van alcohol een auto had bestuurd en een (lichte) aanrijding met een andere auto had veroorzaakt. Het bij de betrokkene gemeten alcoholpercentage bleek ruimschoots te liggen boven het toegestane percentage.

Rijden onder invloed is een ernstig misdrijf, waardoor de veiligheid van anderen in gevaar wordt gebracht. Daarom stelt de procureur-generaal zich in gevallen van alcoholmisbruik in het verkeer op het standpunt dat dit in beginsel niet verenigbaar is met de uitoefening van het rechterlijk ambt.

In de zaak in kwestie meende de procureur-generaal, gelet op het hoge alcoholpercentage en bijkomende omstandigheden, dat door het incident het gezag van de betrokkene en het in de rechter te stellen vertrouwen dermate waren geschaad dat het niet aanvaardbaar zou zijn dat deze rechter werkzaamheden zou blijven verrichten. Nadat de vordering tot schorsing was ingediend bij de Hoge Raad, heeft de betrokkene zelf om ontslag gevraagd. Dit is verleend bij koninklijk besluit.

Een andere zaak die de procureur-generaal heeft behandeld, betrof een rechter tegen wie een strafrechtelijk onderzoek was gestart wegens verdenking van bedreiging in de relationele sfeer tijdens een oplopend conflict over de opvoeding van gezamenlijke kinderen. Het Openbaar Ministerie deed de strafzaak af met een voorwaardelijk sepot. De gerechtspresident heeft de rechter de disciplinaire maatregel van schriftelijke berisping opgelegd. Voor de procureur-generaal was er in het licht van het voorgaande geen aanleiding meer voor het instellen van een vordering bij de Hoge Raad.

Gedragsnormen
Het kan voorkomen dat de procureur-generaal aanleiding ziet voor een gesprek met een rechter zonder dat sprake is van een kwestie die een grond zou kunnen opleveren voor schorsing of ontslag. Een dergelijke gedachtewisseling heeft in het verslagjaar plaatsgevonden met het oog op normvorming op het gebied van de vrijheid van meningsuiting van rechters.