2019 Uitgelicht

Inleiding

In deze onzekere en zorgelijke tijd van het coronavirus verschijnt het jaarverslag van de Hoge Raad. Terugblikken op het afgelopen jaar en het daarover publiekelijk verantwoording afleggen is een bij de Hoge Raad jaarlijks terugkerende gebeurtenis aan het begin van de maand april. Al in de laatste maanden van het verslagjaar zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor het jaarverslag. Een groot deel van de teksten was dan ook al klaar voordat het coronavirus ook in Nederland toesloeg. Met de gebruikelijke laatste inspanningen is het ook dit jaar mogelijk gebleken het jaarverslag aan het begin van de maand april klaar te hebben. Op 31 maart jl. is bekend gemaakt dat de maatregelen van het kabinet verlengd zijn tot en met 28 april. Op dit moment is niet te voorspellen hoe het daarna zal verlopen. Ondanks deze onzekerheid heeft de Hoge Raad besloten de publicatie van het jaarverslag niet uit te stellen en toch vast te houden aan het gebruikelijke moment van uitbrengen.

Met dit jaarverslag leggen de Hoge Raad en het parket bij de Hoge Raad publiekelijk verantwoording af over de verrichte werkzaamheden en de middelen die daarvoor zijn ingezet in het jaar 2019.

Het jaarverslag gaat in op de ontwikkelingen in 2019. In de rubriek ‘2019 Uitgelicht’ komt een aantal thema’s aan de orde. Allereerst wordt het jaar 2019 in vogelvlucht besproken. Vervolgens wordt de schijnwerper gericht op de positie van de Hoge Raad in de rechtsstaat en zijn drie kerntaken: het bieden van individuele rechtsbescherming, het zorgen voor rechtseenheid en het bijdragen aan de rechtsontwikkeling. Met name die laatste taak krijgt tegenwoordig veel aandacht. Maar hoe verhoudt die kerntaak zich tot een andere kerntaak, die van de individuele rechtsbescherming? Meer daarover leest u in de rubriek ‘Kerntaken Hoge Raad’. Ook de relatie en de contacten met de wetgever komen aan de orde en wel in de rubriek ‘Contact met wetgever’. In deze rubriek worden ook de arresten besproken waarin de Hoge Raad in 2019 een signaal aan de wetgever heeft gegeven. Het laatste onderdeel in ‘2019 Uitgelicht’ gaat over het contact met de samenleving. Daarin gaat het over de manier waarop de Hoge Raad de samenleving informeert en met de samenleving communiceert. De Hoge Raad is al sinds zijn oprichting in 1838 één van de gezaghebbende instituten binnen onze democratische rechtsstaat in vredestijd. De taak om recht te spreken is een onderdeel van dat maatschappelijke systeem en is daarmee een maatschappelijke taak. De taak die in essentie sinds 1838 hetzelfde is gebleven, is die van cassatierechter. Maar deze is in de tijd ook door maatschappelijke verschuivingen qua inhoud en vormgeving aan verandering onderhevig geweest. Gezag is in deze tijd niet meer een automatisme. Gezag moet steeds meer verworven, onderhouden en behouden worden. Om enerzijds de maatschappelijke taak in de samenleving goed te kunnen blijven uitoefenen en anderzijds binnen die samenleving ook een gezaghebbend instituut te blijven, moet en wil de Hoge Raad midden in de samenleving staan: zichtbaar, kenbaar en herkenbaar. Uiteraard met handhaving van de onverminderd hoge juridische kwaliteit. In de afgelopen jaren is de communicatie met de samenleving intensiever geworden. Hoe de Hoge Raad dit doet, komt uitgebreid aan de orde in de rubriek ‘Contact met samenleving’.

Verder worden in dit jaarverslag ter illustratie per rechtsgebied enkele zaken besproken waarin de Hoge Raad het afgelopen jaar uitspraak heeft gedaan en die belangrijk zijn geweest voor de rechtsontwikkeling. Die vindt u terug in de rubrieken over de drie kamers.

Het jaarverslag gaat ook over het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De belangrijkste taak van het parket is het geven van wetenschappelijk onderbouwde juridische adviezen, zogenoemde conclusies, die in rechtszaken aan de Hoge Raad worden uitgebracht. Die worden door de leden van het parket in volstrekte onafhankelijkheid genomen. Door cassatie in het belang der wet in te stellen kan de procureur-generaal bij de Hoge Raad ook bevorderen dat de Hoge Raad in de gelegenheid wordt gesteld rechtseenheid te scheppen zonder dat partijen in een geding een procedure in cassatie beginnen. Daarvan wordt de afgelopen jaren intensiever gebruik gemaakt dan voorheen. In de rubriek ‘Parket’ wordt daarop ingegaan en daar wordt ook aan andere bijzondere taken van de procureur-generaal aandacht besteed.

Tot slot wordt in dit jaarverslag ingegaan op de externe en interne klachten en de cijfers over 2019.